Wordt gekozen voor "acterende" musici, dan krijg je This is Spinal Tap. Leuk voor muzikanten, maar als film niet volwaardig.
Dus moeten de acteurs het oplossen. Dit heeft in de filmgeschiedenis geleid tot talloze scènes met shots van het hoofd van een acteur die doorleefde gezichten trekt, afgewisseld met close-ups van vaardige vingers.
Of erger nog: de acteur heeft enkele lessen gevolgd, en moet playbacken met een instrument.
Als je zelf musicus bent, kun je er niet naar kijken. Hoe goed de film verder ook is, bij elke muziekscène trek je groen weg of krijg je de slappe lach.
Ik had dus geen hooggespannen verwachtingen vóór het zien van Whiplash. Dat was volkomen onterecht.
Om te beginnen wordt de typische conservatorium-sfeer perfect neergezet. De kale, raamloze peeshokjes, het gerommel en getetter achter elke deur, de broeiende hormonen, alles klopt.
Verder bestaat de film grotendeels uit muziek maken en repeteren op hoog niveau, inclusief foutjes, fragmenten herhalen, studeren - het lijkt een onmogelijke opgave.
Teller kan zeker drumstokjes vasthouden, maar hij heeft als drummer niet het niveau dat zijn personage heeft. Het moet een monnikenwerk geweest zijn, om hem in de (terecht geprezen) montage zo veel mogelijk alles zelf te laten doen, knap versneden met een (of meer?) collega's.
Het resultaat is 100% overtuigend. Ook Simmons is als bandleider volkomen geloofwaardig. Geen van de musici trekt waar dan ook een doorleefd gezicht. Hoera!
Het kan dus wel, dat is hiermee bewezen. Laat het een lichtend voorbeeld zijn voor alle muziekfilms die nog komen gaan.
Voor mensen die het personage van Fletcher ongeloofwaardig vinden (want te extreem) mag misschien worden opgemerkt dat in het hoger muziekonderwijs (net als in topballet en topsport) uitputting, blaren, bloed en uitbranders veel gewoner zijn dan in het gemiddelde klaslokaal.
Dit type bandleider/docent bestaat wel degelijk. Wat wel heel knap is, is dat Simmons zo ver weet te gaan zonder ooit een karikatuur te worden.
Over de andere kwaliteiten van deze film is alles al gezegd, en daar sluit ik me bij aan.
Het is zo knap wat Teller in deze film doet. Hij weet op een perfecte het conflict over te brengen waar zijn personage mee worstelt. Ambitieus zijn is goed, maar het kan je ook helemaal kapot maken. Ook de pijn die je in zijn gezicht ziet zodra hij tekeer gaat achter dat drumstel,zorgde er bij mij voor dat ik zo met die gast meeleefde. Maar zijn aandeel in de film had denk ik niet zo goed gewerkt als hij niet zo'n fantastisch tegenspel had gehad van JK Simmons. Die man zet de hufter rol zo ONWIJS goed neer. En ook zo geloofwaardig. Hij deed mij erg denken aan een leraar die ik ooit gehad heb. Buiten het lokaal, een onwijs aardige sympathieke man maar zodra hij dat lokaal inloopt gaat er een knop om en eist hij alleen maar perfectie. En wat ik ook zo knap vind, is dat hij geen 100% klootzak is. Er zit 1 specifieke scene in de film, waarbij je ziet dat hij ook een hart heeft en die scene raakte mij ook enorm.
Maar zoals ik al zei, niet alleen die 2 acteurs maken deze film zo goed, ook de regisseur en de cinematograaf. Het geheel is namelijk zo sterk, goed en mooi in beeld gebracht dat ik dus nogmaals tijdens een groot deel van de film op het puntje van mijn stoel zat met klamme handen. Het is nogmaals zo onwijs intens en heftig om te zien. Het mogen duidelijk zijn, dat ik ontzettend ben weggeblazen door deze film. Ik kan dan ook niks negatiefs vinden om de film op te bekritiseren.
Werkelijk, alle criteria waar een film op te beoordelen valt, slaagt deze film perfect in. De acteerprestaties zijn bijzonder meeslepend. Het camerawerk is perfect en vooral de montage sleurt je mee. Dialogen zijn super! De film heeft een intense sfeer die je niet zo snel loslaat. Ik kan geen minpunten bedenken in dit perfecte drama. J.K Simmons steelt de show! Naast dit alles is het ook nog een hele filosofische film waar je nog lang over na zult denken.
10/10
schrijf een review